Op 7 november komen de werknemers van de zorg-, de welzijns- en de socioculturele sector op straat om meer middelen en aandacht voor de sector te vragen.
Op federaal niveau zal er nog geen nieuwe regering gevormd zijn. “We betogen niet om te betogen, maar als we kijken naar gelekte nota’s en de aangekondigde besparingen vinden we het erg alarmerend hoe weinig aandacht er uitgaat naar het personeel van de zorg, het welzijn en de socioculturele sector”, klinkt het bij Johan Van Eeghem, ondervoorzitter bij de BBTK.
Aan Vlaamse zijde is er een regeerakkoord en belooft de nieuwe coalitie belooft een koerswijziging. Een warmer en solidair Vlaanderen, een duidelijke trendbreuk met het verleden. “Er wordt een ongezien grote investering in de Vlaamse social profit aangekondigd en dat is ook broodnodig”, licht federaal secretaris Evert Persoon toe. “Dat geld gaat vooral naar het wegwerken van wachtlijsten. Maar om dat te doen, heb je ook personeel nodig. Daarom riepen we de Vlaamse regering al snel op om de onderhandelingen voor een nieuw sociaal meerjarenakkoord (VIA 7) op te starten. Én om dat te doen met een substantieel budget. Want het is nodig. Daarom komen we op straat”.
Langs Waalse kant is er een regering en een regeerakkoord, maar het is nog onduidelijk wel lot en welk budget er voor de social profit is gereserveerd. Ten slotte is er ook in Brussel nog geen regering gevormd. Ook daar blijft het afwachten.
Wat al deze niveaus gemeen met elkaar hebben is dat er een negatieve spiraal van personeelskrapte is die leidt tot hogere werkdruk, en dus nog meer personeelsuitval. Deze moet doorbroken worden én daar is voldoende budget voor nodig.
De BBTK stelt vast dat er spanning tussen inkomen en arbeidsorganisatie is. 60% van de werknemers in de social profit werkt deeltijds. Deels omdat mensen dit willen, maar ook omdat het is wat aangeboden wordt. Sommige mensen vinden dit prima omdat ze zo een beter evenwicht tussen werk en privé hebben. Zij worden dan wel financieel gestraft, omdat daar ook slechts een deeltijds loon tegenover staat.. Anderen willen absoluut meer verdienen, maar krijgen geen voltijds contract. Die groep zoekt manieren om hun inkomen aan te vullen Dit leidt duidelijk tot een tweedeling op de werkvloer. De werknemers verdienen een fatsoenlijk statuut, mét degelijk loon en een gezonde balans tussen werk en privé.
Tijdens de coronacrisis hebben de vakbonden actie gevoerd om meer middelen in de sector te krijgen die ingezet kunnen worden op het aanwerven van meer personeel, betere loon- en arbeidsvoorwaarden en meer en betere opleidingen en vormingen. Er is toen geïnvesteerd in de sectoren, maar er is meer nodig.
“Gezien de sector in het oog van de storm stond in die periode hebben we mooie akkoorden kunnen sluiten, maar één mooi akkoord kan decennialange onderfinanciering niet recht trekken”, aldus Evert Persoon.
Het zorglandschap evolueert bovendien. De zorgprofielen worden steeds zwaarder, maar het extra personeel volgt niet helemaal.
Een gelijkaardige dynamiek zien we in de woonzorgcentra. Ouderen die vroeger nog relatief gezond naar een woonzorgcentrum gingen, stellen dit nu zo lang mogelijk uit. Wat ook tot een verhoging van de werklast zorgt. Idem voor de Gezinszorg: zij worden steeds vaker met psychiatrische problematieken geconfronteerd waarvoor ze niet noodzakelijk opgeleid zijn. Dit zijn bovendien extra kwetsbare werknemers want ze komen bij de mensen thuis.
“Vroeger was het zeker de bedoeling om cliënten in de Gezinszorg ook gezelschap te houden, eens naar hen te luisteren. Nu moeten de zorgkundigen van de ene afspraak naar de andere hollen. Dit is zwaar voor het personeel, maar ook voor de cliënten. Het maatschappelijk aspect van hun job mag niet onderschat worden.” vult Evert Persoon aan. “Er is ook gewoon veel meer administratie dan vroeger. Verpleegkundigen die de werkdruk beu zijn, worden daarom zelfstandigen omdat ze dan pas inspraak hebben in hun werk. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?”.
“We krijgen vaak de opmerking van de bevoegde politici dat er budgetten zijn om meer mensen aan te werven, maar dat de mensen niet gevonden worden. We kunnen niet genoeg beklemtonen dat betere lonen en een betere verhouding privé-werkbalans, alsook een verlaging van de werkdruk in de sector een absolute noodzaak zijn om het werk aantrekkelijker te maken.” bevestigt ondervoorzitter Johan Van Eeghem.
Met de actie op 7 november hoopt de BBTK dat ook het personeel uit de zorg-, de welzijns- en de socioculturele sector de plaats krijgt die het verdient op de agenda van de politici.
Praktische info
Koning Albert II-Laan te Brussel (station Brussel-Noord)
Aanwezigheid ondervoorzitter, federaal secretarissen en enkele vakbondsafgevaardigden die de pers te woord kunnen staan vanaf 9u30
Verzamelen: 10u30
Start betoging: 11u